lichtopdestad
  • Home
  • Levend water
  • Blauwe Tuinen
  • Verhalen van de stad
  • Stads Blog
  • Steden
  • Contact(en)

Stadse Boeren voor leefbaarheid

2/10/2014

0 Comments

 
De Stadse Boeren voor leefbaarheid gaan van start in Den Bosch, Oss en Tilburg.

De samenwerkingspartners Stichting Conceptenbouwers, Typisch Kunst en Groen, Bossche Boeren Junior, Berghkwartier en BergBoss, HAS Den Bosch, Helicon Den Bosch, Partners Proeftuin Spoorzone Tilburg en de Brabantse Milieu Federatie, investeren samen met de provincie Noord Brabant bijna een miljoen euro in 'De Stadse Boeren community voor leefbaarheid‘ in de provincie. De investering is op basis van cofinanciering (50% partners en 50% provincie Noord Brabant) tot stand gekomen.

Het project zal op provinciaal, stedelijk en lokaal niveau bijdragen aan de leefbaarheid in Brabantse steden door de ontwikkeling en ondersteuning van stadslandbouw projecten. De Stadse Boeren zetten stadslandbouw in als 'groene lijm' voor een gezonde en leefbare maatschappij. Stadslandbouw verbindt, zo is inmiddels gebleken uit wereldwijde ervaringen en studies. Door stadslandbouw-initiatieven in de wijk neemt de sociale cohesie en veiligheid toe, worden buurten groener en aantrekkelijker en groeit de leefbaarheid. Met die kennis startten Derk Kuiper en Michael Bol in 2012 de Bossche Boeren (www.facebook.com/bosscheboeren) uit de overtuiging dat stadslandbouw geen economische sector van belang is, maar dat stadslandouw belangrijk is in de stedelijke en maatschappelijke ontwikkeling. Dit (pilot-) project bleek zo succesvol, en de interesse in overige Brabantse steden zo groot, dat besloten is de Bossche Boeren pilot (1.0) om te vormen naar Stadse Boeren als overkoepelende community (2.0) voor Brabant. Deze community koppelt vele ondernemers, het onderwijs en de overheid aan initiatieven van
bewoners.

De samenwerkingspartners ontwikkelen met het Stadse Boeren-project in Brabant een platform voor kennis, ideeën en ontwikkelingen op onverwachte terreinen. Het stimuleert leefbaarheid door het organiseren van cross-overs tussen verschillende disciplines (zoals voedsel, zorg, educatie, sociale cohesie, wonen, groen, kunst, cultuur en milieu) waardoor innovatieve projecten ontstaan die bijdragen aan een groene en gezonde maatschappij en het onderzoekt de kansen voor een nieuwe economie. Met uiteenlopende activiteiten die fungeren als ‘groene lijm’ streven de samenwerkingspartners naar een breed netwerk van Brabanders die eind 2015 een actieve bijdrage leveren.

Met educatieve programma’s wordt de bewustwording van stadslandbouw, voedsel en leefomgeving bij Brabantse basisschoolleerlingen gestimuleerd. De Stadse Boeren organiseren netwerkbijeenkomsten met kennisorganisaties, overheden en marktpartijen om kennis en informatie over stadslandbouw én de sociaal-maatschappelijke effecten ervan te delen, op stedelijk en provinciaal niveau.
Het project ondersteunt en ontwikkelt bestaande en nieuwe initiatieven, zoals de Proeftuin Spoorzone in Tilburg, het BergBOss in Oss, het Typische Kunst en Groen project en de Bossche Boeren Junior, die streven naar gezonde en eetbare schoolpleinen.

Stadse Boeren, 10 februari 2014
Stadse Boeren Den Bosch
Stadse Boeren Oss
Stadse Boeren Tilburg
0 Comments

Street dance

10/5/2013

0 Comments

 
0 Comments

Ontsloten terrein

4/2/2013

0 Comments

 
De poort zit dicht. Met een dikke ketting en twee hangsloten. De kier tussen de twee poorthelften is zo groot dat je er doorheen kunt. Ik aarzel en zie het bord 'verboden toegang'. Maar dat is niet de reden, dat ik me omdraai. Ik wil liever eerst van een veilige afstand voelen en verkennen wat er zich op dit terrein beweegt.

Ik fiets langzaam langs het hek. Over een stille straat achter lange flats. Door het hek heen schemert de ruimte. Enkele dikke bomen en daarachter opschietende berken in het felle licht van de lage lentezon. Ik volg de stille straat, die rechtsaf moet door het talud van de ringbaan. Auto's zoeven boven de kromme bomen die de dode arm van de weg markeren. Ik kijk tegen de zon in en leg mijn hoofd in mijn nek om de omhoog rijzende torens helemaal te kunnen zien. Vanaf hier lijken ze nog hoger en is het alsof het terrein waar ik nu ben bij een andere wereld hoort.

Ik kijk rond en zie een groep dikke oude bomen achter het hek. Ik zet de fiets tegen het gaas om een foto te maken. Daar is een gat gemaakt. Het voetspoor volgend ben ik in een licht berkenbos. Her en der dikke zwarte bottels van de egelantier, met daarboven torenhoog de stad. De bomen worden dunner, het zicht wijder. Uitwaaierende treinsporen in het weidse gebied tot aan de vertrouwde profielen van het centrum in de verte. Roestig en verlaten, vale verte met af en toe aan de rand een voortglijdende trein. Jonge katjes komen voorzichtig tevoorschijn in de langverwachte zon. Elfenbankjes sieren een afgezaagde boomstronk uit een tijd dat iemand daar nog de moeite voor nam hier. Ik ben weer terug bij de dikke bomen die ongeschoren stevig in de aarde staan, door het gat in het hek en weer bij mijn fiets.

Op de terugweg zie ik door de bomen heen een stadspark. Een grote groene long, waar de stad kan ademen. Met middendoor een fietspad tussen station en universiteit. Waar de lange rij papierloodsen langs de treinsporen stonden staan nu glazen kassen in dezelfde vorm om de oude staalconstructie heen. Simpele kassen. Een plek voor ontmoeting en bedrijvigheid. Een imker rommelt met wat volken, dicht tegen de volkstuinen aan bij het talud van de ringbaan. Dichter tegen de stad een kleine bierbrouwerij. En volop ruimte voor sport en ontspanning. Als je 's morgens wat vroeger komt zie je groepen die langzame stille bewegingen maken tussen hemel en aarde. Of later op de dag mensen die oefeningen doen op serene muziek en matjes. In een andere ruimte de sfeer van doorzetting en prestatie op daarvoor bestemde toestellen en muziek.

Een energiecoöperatie heeft het glazen dak gepacht met de half lichtdoorlatende zonnepanelen en de rij kleine stadse windturbines aan de achterkant langs de treinbaan. Achterom rijden af en toe transportwagens om het restaurant te bevoorraden met streekproducten. Bij de Urban Buzz kun je werken, afspraken maken, zaken doen, vergaderen of geholpen worden bij het opzetten van bedrijvigheid, openluchttheater of een sporttoernooi. Het is een fijne plek waar ik graag kom.

Dan loop ik het park in, richting de volkstuinen. Voorbij de kassen wordt het stiller. Her en der een groepje mensen, neergestreken op het gras in de middagzon. Een stukje verder gaat het pad over een kleine beek. Lang, heel lang is het ondergrondse water hier afgevoerd in riolen. Nu is het gezocht en bezongen. Levend water voor een levende stad. Ik sta stil bij de beek en zie kleine vissen tussen de waterplanten schieten. De planten buigen en dansen met de zachte stroom mee. Het water schittert terwijl ik voorover buig en mijn vingers laat spelen met het spiegelbeeld van mijn glimlach.

Lucy Bathgate, 2e paasdag, april 2013
0 Comments

Biodiversiteit

6/2/2012

0 Comments

 
Foto
Hoe Bio én divers Tilburg & Omstreken blijkt te zijn kan je alleen maar ervaren door “actie” te ondernemen. Er blijken plenty locaties in en om Tilburg te zijn die je in `n relatief gezien korte tijd in Verweggistan doen wanen!

Niet eens zo vroeg in de ochtend stapten mijn lief en ik na het verzorgen van onze poes en de kippen op de fiets. We lieten de kruidenwijk  en dat wat we inmiddels zo goed kenden voor een middagje( zo dachten we toch) achter ons. Zonder routeplanner zochten we op onze eigen wijze de weg via het Bels lijntje richting de net nieuw geopende pluk&plenty- belevingstuin in Goirle. De fietstocht zonder vast gebaande weg al `n avontuur op zich. De weergoden waren ons in elk geval goed gezind! Al snel lieten we onze achtertuin-  zoals mijn lief steevast “ons” prachtige wandelbos tot de familie en vrienden omschrijft - achter ons, staken de Bredaseweg over en bewogen ons met gemak verder en verder op het oude Bels lijntje, sinds 1990 omgetoverd van een spoorbaan met wel een hele bijzondere levensgeschiedenis tot een prachtig fietspad tussen Tilburg en Turnhout! Alhoewel de neiging groot is om onze roots tot in België te volgen houden we bij een van de richtingaanwijzers  braaf Goirle aan, we waren immers toch op weg naar de pluk&plenty-tuin…..Natuurlijk kon het niet anders of we zouden een iets verdwalen, op een ander punt uitkomen dan gedacht, doch er is altijd wel een passant die ons gewillig de richting aan geven kan…..alsmaar rechtuit zo werd ons met brede armslag gewezen, over een heel mooi schelpenpad kom je zo bij Landgoed Nieuwkerk waar ook de pluk&plenty- tuin is gelegen! Meer en meer wanen we ons op vakantie, de omgeving voert mij even terug in de tijd en doet me terugdenken aan mijn fietstochtje door de Belgische Kempen in mijn jonge jaren .Het lijkt wel of de tijd hier heeft stilgestaan, natuur zo schoon, wijds en ongerept, de geur van heide en bosgrond prikkelen onze zintuigen. De ongemaaide wild begroeide zijkanten van het fietspad geven een intiem gevoel. Beter dan dit kon het haast niet meer worden zo dachten we beiden, doch dan bij ”bestemming bereikt” komt er nog meer wauw gevoel. De pluk&plenty- tuin  ligt er lichtelijk verscholen voor de drukke wereld , stil en paradijselijk bij.

De vrolijke stemgeluiden van de bezoekers op deze feestelijke dag voeren ons uiteindelijk tot de plek ter bestemming! Wauw, ja wauw, mooier dan gedacht.

 Een tuin, niet zomaar `n tuin, hier valt met recht wat te beleven en plenty te oogsten. We ploffen neer op de handgemaakte steigerhouten bank, genieten van een kopje koffie met een koekje erbij, en kijken ademloos de moestuin in! Vlinders fladderen van plant tot plant, van bloem tot bloem alsof ze ons willen laten zien hoe veel moois er is. We zijn  ons zeer zeker bewust van het unieke van de plek én het moment. Zo ver als we kijken kunnen rijkt de groene omgeving, in het kleine aangrenzende beekje kabbelt het water rustig voort en dansen de kleine blauwe vlindertjes op het heldere water. We nemen ruim de tijd om alles in ons op te nemen, maken een praatje met die en gene, lopen door de weelderige moestuin op zoek naar ons maaltje voor de avond en voor de eerstkomende dagen. Dat blijkt niet zo moeilijk te zijn, werkelijk alles ziet er overheerlijk uit en nodigt uit tot plukken. Met onze fietstassen vol jong en fris groen vertrekken we met sluitingstijd nóg meer blijgezind richting huis. We maken een kleine omweg via klooster Nieuwkerk, en belanden geheel onverwacht bij een lokale “wijnboer”!

Huh, is dit ook de achtertuin van Tilburg? Jazeker, op een natuurlijke wijze verbouwd men hier kleinschalig (h) eerlijke wijn, een Brabander op leeftijd wied het onkruid, de schapen helpen hem een handje en grazen er rustig op los. Ik knipper met mijn ogen als ik mijn lief en de man in een passioneel gesprek zie verkeren, en even waan ik  mij in Frankrijk of Spanje, ik snuif de natuurgeuren  diep in mij op om nooit meer te willen vergeten. Als we na een hartelijk afscheid onze weg vervolgen ontdekken we een prachtig klein hutje én een kudde koeien in het frisgroene land. Mijn lief ontpopt zich als een meester koeienfluisteraar en voert een serieus gesprek met de hele club. Als een dirigent in het Brabants orkest bespeeld hij een voor een de koeien en vormen zij de slotzang van een geweldige dag in het groenste deel van Nederland. Zo rond een uur of zeven koken wij ons bij elkaar gesprokkeld maaltje ,leunen voldaan achterover, kijken elkaar in de ogen én…..er hoeft niets meer gezegd. We bekijken de foto`s van deze bijzonder dag,…..het leven is goed in het Brabantse land.

Diana Cotteleer, juni 2012

0 Comments

Europa in 2030

4/13/2012

0 Comments

 
Europa in 2030 Dat is over 18 jaar . . . de tijd die een mens nodig heeft om een beetje volwassen te worden. Voor mij is Europa al veel ouder, zoals de mensheid veel ouder is dan één mens. Het jonge Europa is het Europa waarin we voor het eerst sinds lang weer vrij verkeer van mensen en goederen hebben en ook financieel samenwerken. Eén munt en een gezamenlijke begroting. Eén huishouding en gezamenlijke speerpunten voor ontwikkeling van regio’s. Waar budgetten voor gereserveerd zijn waar we allemaal aan bijdragen. Tot zover lijkt het eenvoudig, maar de werkelijkheid is complexer.

We glimlachen nu om de vereenvoudigde droombeelden uit de tijd van het nog kinderlijke Europa in 2012. We konden toen eenvoudigweg niet goed zien wat de vraagstukken per regio waren, door de versnipperde kijk die we er op hadden. Haast niemand had zicht op het geheel. We sloegen toen in onze jeugdig enthousiasme liever de analyse over en kwamen direct met oplossingen aan. Wie hard riep had de meeste kans gehoord te worden: ‘innovatie’, ‘keuzes maken’, ‘speerpunten’, ‘marktwerking’, ‘aanbestedingen tegen de goedkoopste prijs’, ‘sneeuwruimers uit Zweden ruimen de wegen in Finland’, ‘bestraffing van samenwerking’, ‘indekken voor verantwoordelijkheid’, ‘topinkomens voor managers’. . . het Angelsaksisch model.

In 2030 is de complexe werkelijkheid ons vertrekpunt. De analyse daarvan vraagt regelmatig onze aandacht. Bijgestaan door een divers en wisselend team van ervaringsdeskundigen uit verschillende gebieden in Europa. Dit is een van de sterke troeven van Europa. Samen kijkend zien we het geheel. Wat is er eigenlijk aan de hand? Is bijvoorbeeld hoge werkloosheid, armoede, criminaliteit, uitstoting van minderheidsgroepen. Of is er overmatig veel vervuiling, extreem dure grondprijzen en leegstand. En waardoor komt dat? Wat zijn aan de andere kant de potenties van een gebied? Welke kansen zijn nog onderbenut? En wat zijn onze uitgangspunten?

In het stedelijk gebied zijn combinaties van werken en wonen. De huizen en wijken zijn daar op ingericht en er is veel variatie en ruimte voor zinvolle ontmoetingen op loopafstand of nabij openbaar vervoer. De stad is op veel plaatsen en afwisselend groen met ruimte voor ruige natuur en vrije waterlopen. Stadslandbouw verzorgd in samenwerking met de omringende streek een deel van de voedselvoorziening. Het lawaai en stof van productie en transport is het veel stiller en schoner geworden dan vroeger en het is niet meer overal aanwezig. Rondom het wonen is er meer levendigheid en tegelijkertijd meer rust. Ouder worden we in kleinere gevarieerde gemeenschappen. We mogen gewoon oud worden, wijs en gerimpeld en met verhalen. We hoeven niet meer eeuwig jong te zijn en uit schaamte weg te kruipen als dat niet meer lukt. Ontwikkeling heeft onze aandacht en levert de nodige dynamiek en experiment. Maar dan samen, van onderop, de daad bij het woord voegend, betrokken bij de nodige inspanningen, betrokken bij de resultaten. Dichtbij en betrokken, coöperatief . . . het Rijnlands model.

Terugkijkend glimlachen we over de weg die we afgelegd hebben en zien onze kinderen lachen, rennen, vallen, huilen en weer opstaan. We troosten hen door te vertellen hoe het vroeger was en zij lachen om onze gekke verhalen.

Lucy Bathgate, Tilburg 12 april 2012

0 Comments

Denkend aan Tilburg

11/5/2011

0 Comments

 
Denkend aan Tilburg

Denkend aan Tilburg zie ik brede wegen en kanalen
Traag door oneindige laagbouw gaan
Een dorp dat zich een weg vecht naar de stedelijke status
Dat bouwt in golven hoog optorenend beton
Alsof het voor geleidelijkheid te laat is
Denkend aan Tilburg voel ik het zoeken van de sta
Wie is zij in haar toekomstig leven
Wordt zij wat iedereen van haar verwacht
Of volgt zij andere aan het oog onttrokken wetten
Onbereikbaar voor de politieke macht
Denkend aan Tilburg zie ik de ambtelijke burelen
Die zich elke maandag langzaam maar gestaag
Opvullen met de dienaren van het publieke streven
Onmerkbaar, haast onuitroeibaar ook
Komt de overheid toch steeds opnieuw tot leven
Denkend aan Tilburg voel ik de twijfel
Van de ambtenaar aan het recht van zijn bestaan
Is er nog plaats voor dienen van het algemeen
Is iedere burger per definitie ongekroonde koning
Iedere ambtenaar een blok aan 't been
Denkend aan Tilburg hoor ik de echo van de hanen
Hun kelen schor van doelloos kraaien
Gelaten zoeken kippen naar een graantje bruikbaar voer
En leggen zij, Goddank, nog steeds hun ei
Het gekraai boeit hen allang geen malle moer

(Door Rinke Brinksma, bij zijn afscheid als hoofd van de afdeling ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Tilburg, alweer lang geleden.)
0 Comments

Meesterlijk

5/28/2011

2 Comments

 
Foto
Stadscafé Meesters 27 mei 2011 - Terwijl ik opsta van de tafel en me omdraai in het schemerlicht, zie ik Ed zitten. Met vrouw en twee jonge kinderen. Nou ja zitten . . zijn vrouw is de enige die nu zit, Ed staat en schenkt rode wijn. De kinderen dwarrelen als opwaaiend stof door het eetcafé. Op tafel de gebruikte borden.

Ik kom net van de maaltijd en een goed gesprek. Neem afscheid van mijn tafelpartner en ga in op het uitnodigende gebaar van Ed, die zonder woorden mij gebaart om een glas wijn met hun te drinken.

Hoe het gaat? Ik vertel over mijn fonteinverhalen. Over het plein met de gedroomde fontein van Karin en mij. Met kringen in mozaïek, waar het water van de ene in de andere ring overloopt en waar je aan de rand kunt zitten en elkaar kunt ontmoeten. Een plek waar we over twintig jaar onze kleinkinderen vertellen over het leven nu. En hoe onze verhalen zich vermengen met elkaar, totdat het verleden zich wat oprekt. Dat we al een paar jaar naar een plek zoeken, een plek waar het werkelijkheid kan worden. Ed en zijn vrouw luisteren aandachtig. De schemering wordt intenser. Ik vertel hoe de gedroomde fontein Nora een herinnering terugbracht. Een gevoel van thuiskomen. Hoe we daarna hebben afgesproken bij een fontein waar ze in haar jeugd haar vakanties doorbracht. Zomaar hier vlak bij.

De ogen van Ed dromen weg. Een stil licht in zijn gezicht verraad iets dat gaat komen. Dan kijkt hij naar ons en begint te praten. Over zijn droom. Ed is architect. Zijn droom gaat over eten. Hij verteld over de polygonale hal in de Spoorzone. Over vers eten, eenvoudig en verrukkelijk. En langzaam zie wij het voor ons. Ik ken het gebouw alleen vanuit de verte, vanuit de trein, maar door de verhalen van Ed kan ik als het ware inzoomen. “Bedoel je zoiets als het restaurant Hotel New York in Rotterdam?”vraag ik. “Hoe weet je dat?” Ja dat bedoelen wij. We kennen die mensen, die zijn in Rotterdam begonnen en toen het klaar was hebben ze het verkocht en zijn naar Dordrecht gegaan. Op een nog onooglijker plek. En moet je nu zien . . . heel inspirerend, Villa Augustus.

Ik zie voor me wat Ed droomt. Door de ramen van de voormalige reparatie werkplaats voor treinstellen kijk ik op potjes verse bieslook en andere kruiden. Je ziet de werkbanken van de koks, die geconcentreerd en ontspannen tegelijk het eten bereiden. Alles is zichtbaar. Voorbij de koks zitten mensen aan tafeltjes. De inrichting is eenvoudig gelaten en het gebouw is gewoon zichzelf gebleven.

Ik kijk een tijdje naar het gebouw en zie de verschillen met het heden. De vijf overhead deuren zijn vervangen door raampartijen. Vanaf borsthoogte ongeveer. Verder is er weinig veranderd. Voor het gebouw staat Ed, stralend in zijn blauw geruite koksbroek en wit t-shirt, zijn witte koksjasje losjes over zijn arm. Ik vertel Ed en zijn vrouw wat ik zie. Ook deze Ed straalt. Dan trekt er een snelle schaduw over zijn gezicht. Dit kan niet! Dit kan geen werkelijkheid worden. Dan stel ik hem gerust. Het gebouw hoeft niet van hem te zijn, het eigendom rust bij iemand anders. Misschien weet hij wel iemand.

Dan pakt Ed resoluut een papieren servet.” Kijk” zegt hij. En hij tekent. Hij tekent mijn fontein, zoals ik het in mijn dromen voor me zie in de ronding van de polygonale hal. Op enige afstand. Waardoor er nog ruimte is voor een terras en mensen die lopen. “Daar komt jouw fontein”.

Lucy Bathgate 12 juni 2012


Foto
Water bij de polygoonloods getekend door Anneke Vervoort 24 september 2013

2 Comments

Thuiskomen

5/5/2011

0 Comments

 
Foto
Toen ik aan kwam lopen, hoorde ik in de verte al het vertrouwde geruis en geklater van een fontein. Het was er dus na al die jaren nog steeds. Toen de fontein in het zicht kwam, zag ik je zitten, vlakbij, op een stoeprand rond een boom. Je was helemaal gefascineerd door de fontein, door het geluid en alles wat dat met je deed. "Dit is echt fantastisch!" We begroeten elkaar, terwijl je opstond van de betonnen rand rond de boomwortels. Het geluid van de fontein vulde het plein. Zomaar midden in de stad, haast onopvallend voor wie voorbij raast op de drukke Korvelseweg, vlak voor de weg met een korte bocht op de Cityring komt.

"Het is toch gek", zeg je. "Toen ik ongeveer 8 of 9 jaar was, bracht ik hier mijn vakanties door. Niemand wist het, ook mijn ouders niet. Die hadden het te druk. We gingen één keer in de drie jaar lang op vakantie, natuurlijk naar Marokko. Mijn vader spaarde de overige twee jaar vakantiedagen op. 's Morgens smeerde ik brood met pindakaas en ging op mijn fietsje, helemaal alleen, van voorbij het Korvelplein. (Nora ik weet de straat niet meer.) Dan legde ik mijn fietsje, mijn tas en mijn kleren hier neer. Aan de straatkant van het fontein. Dat kwam denk ik omdat aan de andere kant - aan de kant van het park - een paar bankjes waren. Daar zaten mannen op die bier dronken. In mijn badpak speelde ik dan in de fontein. In die tweede ring, zie je? Niemand viel me lastig, nooit. Hier bracht ik mijn vakanties door."

"Maar nu pas begrijp ik het. Het komt allemaal terug. Ik was veel kleiner. We woonden nog in Marokko. Daar kwam het water uit de bergen. Het maakt net zo'n geluid als dit fontein. Zie je hoe het water van de hogere ring uitstroomt? Zo was het ook bij ons. En iedereen stopte daar. En verfriste zich aan het water. Dat zag net zo groen en troebel als dit water hier. Nu pas begrijp ik waarom ik me hier zo heb thuis heb gevoeld bij dit fontein. Het was er als vanzelfsprekend, zoals het water bij ons in de bergen."

"Weet je, als het water kwam, dan hoorden we het in de verte al komen. Mijn moeder of mijn zussen riepen dan. Iedereen was blij. Het stelsel van irrigatiekanaaltjes werd geregeld door een soort schuifjes, waar iedereen van wist tot hoever ze open mochten. Niemand kantelde de stok die de maat aangaf stiekem. Dat deed je niet. Zo kreeg ieder een rechtvaardig deel van het schaarse water. In zuid Spanje heet dit sociaal irrigatie systeem 'acequia' , maar in het Berbers heeft het een andere naam. (Nora de ze naam heb ik niet onthouden) Er was ook een naam voor het aanrollende water.

Dit is echt heel bijzonder, dank je wel. Ik zal proberen om het op te schrijven. Nee, geen deadline.

Lucy Bathgate en Nora Tigarti 4 mei 2011


0 Comments

De eendenman

4/18/2011

0 Comments

 
De eendenman

Met een zak oud brood lopen we in de herfstzon naar het Wilhelminapark.  Ons eerste avondwandelingetje na onze verhuizing naar Tilburg. Bij de vijver hangt een groot bord ”Botulisme, verboden te voeren, gevaar voor mens en dier.” Hè . .  ? Jammer . . de eenden kijken ons al smachtend aan . .  wat nu . .  ?

Als we weglopen komt er een bestelauto aan. Een grote man in overal loopt resoluut naar de vijver. Links een grote zak witbrood en rechts een even grote zak met graan. Hij weet duidelijk wat hij komt doen en alle eenden, vogels en meeuwen (!) komen naar hem toe alsof ze hem herkennen.

“Bent u van de gemeente?” vraagt Monique. “Nee hoor ik ben-van-mezzeluf”zegt hij. En het bordje dan? “Niets van aantrekken, hangt er al een jaar, zomer en winter en er klopt niets van.“ Er ontvouwd zich een gesprek met deze ‘vrijwilliger’. Blijkt dat hij al 13 jaar op 7 plekken in de stad meerdere keren per week na zijn werk de vogels voert. Waarom? “Ja, gewoon omdat ik vind dat ik dat moet doen voor deze beestjes, hè . .!” Thuis heeft hij inmiddels al een paar hokken achter het huis waar zieke en gewonde dieren even op adem kunnen komen. Een dierenarts in zijn buurt biedt gratis consult aan. “Je komt maar langs als er wat is.” Geheel op eigen houtje heeft deze man een soort vogel opvang ambulance opgezet. Het brood en graan krijgt hij van de supermarkt en kan hij zo ophalen. “Tsja . . de diesel, die betaald hij (nog) zelf.”

Hij gooit het brood met een ferm gebaar de vijver in en strooit behoedzaam het graan uit, zodat iedereen wat heeft . . . grote handen . . . grote gebaren. Tot er een klein jong eendje pal tussen zijn voeten gaat zitten. In de vaart staat hij even stil en zegt: “Zo, grote vriend . . jij ook weer hier . . krijg je ook wat van me.” En hij lijkt dit ene eendje te herkennen tussen die 50 andere vogels . .

Een man die doet wat hij vind dat hij moet doen.

Een man naar mijn hart.

Marcel Nijenhuis, 2012

0 Comments

Je kunt nog wel eens in een greppel geraken . . .

4/18/2011

0 Comments

 
(Zet eerst de muziek hier onder aan voor je verder leest . . .)
Deze uitspraak van de eigenaar van een zaak voor klassieke muziek en wereldmuziek brandde nog na. Inderdaad op zijn (en onze) vele reizen en omzwervingen naar de ziel van muziek en wat ons bindt, kun je nog wel eens in een “greppel” raken. Letterlijk en figuurlijk. Maar zijn (en onze) ervaring was dat er altijd wel iemand komt om je er uit te halen. In zuid Spanje (flamenco puro!), Addis Abbeba (Ethiopische jazz!), Aleppo (Soefi muziek) of gewoon thuis (zingen). Je bent nooit alleen.

Bij binnenkomst zinderde het al. Mijn oog viel op een cassette waarop een Indiase fagot stond afgebeeld . . Shennai. De eigenaar keek me verbaasd aan. Niet iedere dag komt er een klant binnen die zo resoluut naar deze muziek grijpt. Hij vertelde vol vuur over dit prachtige instrument en met nog meer vreugde over de muzikant Shennai. Een van de groten der aarde, die net overleden is. Een meester op zijn instrument. Daarboven op het volgende schap: “Aleppian Sufi Transe” . . . ik kreeg kippenvel en hij stralende ogen.

Vol vuur en plezier vertelde hij honderduit over de wereldmuziek. Over India, Perzië  . . . en toen . . .  Ethiopië. Wat daar gebeurd aan smeltkroes in culturen en stijlen. Weer zo’n bizarre CD met westerse en Ethiopische musici. Met hun originele instrumenten en dan maar funky jazz samen spelen . . . “Ik wed”, zegt hij “dat als ik hem opzet als DJ we het publiek aan het swingen krijgen”. Over Rasa in Utrecht en het festival op 12 mei: “Je moet naar die zangeres Fatoumata Diawara . . . !”

De Soefi muziek maakte ons weer even stil en blij tegelijk. We spraken over verbroedering van muziek, onder andere door Jordi Savall. “Haar CD “Mare Nostrum” is net uitverkocht, maar vrijdag is ie er weer!” Monique vond de “Venus muziek” van Gustav Holst . . . dit was geen kwestie meer van zoeken, maar van vinden . . . van thuiskomen. Wat waren we blij met deze winkel, met deze man. Vol met kennis en kunde (Stellig: “Bij muziek ontkom je niet aan Pythagoras!”) . . . maar vooral ‘joie de vivre” zoals hij het noemde. Afbeeldingen van ansichtkaarten achter de kassa: een kerk in Frankrijk, de “Montsegur”; Afrika; India. De telefoon rinkelt: “kun je zo terugbellen, ben nog even bezig”. Niets mobiele telefoon, maar een oude PTT telefoon met vaste verbinding. Wat werden we blij van deze man. . . . en van Tilburg. Hij zei dat het een prima stad is, maar dat “als je het wilt zien je het overal kunt vinden”.

Mensen met passie, met “joie de vivre”, die de hele wereld afreizen van Utrecht naar Antwerpen en verder om net die muzikant te horen spelen. En die kennis delen met de klanten. “Een Alchemist in muziek”, zoals Monique het noemde. Als we de deur uitgaan met een tas met drie CD’s, klinkt geen deurbel, maar twee gigantische slagbekkens . . . Vrijdag ben ik er weer voor Jordi Savall. . . en voor deze hartverwarmende man. Want je moet wel een heel groot hart hebben als je al deze muziek stijlen met zo veel liefde kunt omhelzen. “Nog een paar jaar deze winkel en dan een camper kopen en de wereldmuziek achterna . . .”

Marcel Nijenhuis, 18 april 2011

0 Comments

Kringen in de tijd

4/10/2011

0 Comments

 
Foto
Het kleine plein baadt in zonlicht. De lucht is fris en blauw, ik voel de zonnestralen mijn huid beschijnen. Mijn hand laat ik zacht in het heldere water glijden, terwijl ik naar de glinstering van het zonlicht op het water kijk. Zacht murmelt het water in de fontein, terwijl het zich van het midden uit een weg baant over de ringen van blauw mozaïek. Ik zit op de rand van de fontein.

Ondertussen zijn er meer mensen het plein opgelopen. Een man strijkt neer bij een tafeltje, neemt de ochtendkrant en bestelt koffie. Een duif waggelt hoopvol zijn richting op en inderdaad de man deelt zijn koekje met de duif.

Deze week wordt ik 73 en voor komende zondag heb ik een paar vrienden en mijn familie uitgenodigd bij mij thuis. Als het net zulk weer is als vandaag kunnen we in de tuin zitten. Mijn oudste dochter komt al vanaf vrijdag middag. Haar twee kinderen komen mee. Direct uit school. Geeft niet, ze hebben voldoende spullen bij mij om zich het weekend te redden. Mijn oudste kleindochter gaat naar de middelbare school in Haarlem, ze doet het goed. Net als haar moeder vind ze het elke dag fijn om naar school te gaan. Ze heeft veel vriendinnen en volgens mij ook een pril vriendje, maar dat zal ik vrijdag wel horen. De jongste van de twee is een jongen. Een levendige jongen met rood haar die net als zijn oma van onderzoeken houdt en van verhalen . . natuurlijk. Mijn schoonzoon heeft dit weekend dienst op het booreiland waar hij werkt. Hij komt wel weer aanwaaien als hij aan wal is. Gelukkig is hij al helemaal gewend aan de familie en voelt hij zich er thuis genoeg om veel met ons te lachen. Natuurlijk ook met mijn moeder, de overgrootmoeder van hun kinderen die nu al heel oud en gerimpeld is, maar nog net zo grillig en ondeugend. We passen om beurten op dat ze niet kwijtraakt, want daar heeft ze wel een handje van. Haar vriend, de kluizenaar, is nu bijna 100 jaar. Hij geniet stil van alles en vind dat het tijd is wat uit te rusten.

Mijn jongste dochter wordt dit jaar 30 en dat vind ze wel erg volwassen. Ze wordt wat onrustig en heeft het idee dat ze moet opschieten, maar geniet nog zo van haar vrije leven. Ze heeft veel van de wereld gezien. Na het lyceum hier in Tilburg is ze naar de kunstacademie in St Petersburg gegaan. In die vier jaren konden we elkaar maar af en toe opzoeken. Ze heeft erg hard gewerkt en maakt prachtige indringende schilderijen vaak in diepe, soms in lichte kleuren. Haar werk raakt mensen, nodigt ze als het ware uit om meer zichzelf te zijn en vandaaruit naar haar werk te kijken. Ze fotografeert ook veel. Na St Petersburg heeft ze ook een half jaar in New York gezeten op uitnodiging van een tijdschrift. Ze heeft prachtige fotoreportages uit die tijd.

Ik kijk op uit mijn mijmeringen als ik de stralende lach van Karin Bruers hoor. Vaak treffen wij elkaar hier op het plein bij ons fontein en vertellen elkaar de dagelijkse dingen. In de loop der tijd hebben we elkaar ook veel levensverhalen verteld. Voor mij zijn haar stralende lachende ogen en prachtig rustpunt waar ik het wel en wee van mijn verhalen in weerspiegeld zie. Wat kan zij goed luisteren! En wat heb ik gelachen en gehuild bij haar verhalen. Over haar eigen leven vertelt ze spaarzaam, meer over wat ze ziet en haar raakt in recht en onrecht. Terwijl onze kleinkinderen hier op het intieme plein speelden, ijsjes aten en bedelden om nog een verhaaltje van vroeger. Ze zijn gewoon door elkaar geraakt . . . de verhalen, maar dat geeft helemaal niets. Het leven is toch van ons samen.

We omhelzen elkaar en Karin gaat ook op de rand van de fontein zitten. ‘Luister . . . wat ik nou heb meegemaakt’. En zo begint het verhaal.

Lucy Bathgate, 9 april 2011


0 Comments

Licht op de stad!

3/12/2011

0 Comments

 
Foto
Diana Cotteleer komt na een wonderlijke wending op haar levenspad in Tilburg leven.  Zij heeft haar indrukken beschreven. Deze vertelling maakt onderdeel uit van een verkenning van haar leven en toekomst. Zij vertelt hoe hier haar leven weer is gaan stromen. Als je haar ontmoet - en dat zal vast gebeuren - vertelt zij je nog meer.

`Ik hou niet van wonen in de stad` hoor ik mij nog (in groot verzet) zeggen tegen mijn pelgrimsvriend toen bleek dat we niet meer samen in het gemoedelijke dorpje liggend tussen Den Bosch & Tilburg konden wonen en ik weer mijn spreekwoordelijke rugzak moest pakken! Voor het eerst in mijn leven zou ik op mijzelf gaan wonen, als een student op een zolderkamertje boven een houtwerkplaats! Hm!

Toen ik ook daar niet langer blijven kon liet Tilburg zien dat ieder mens er toe doet, de Tiwos had zich mijn lot aangetrokken en bood mij een noodwoning aan in een wijk wat als een “probleemwijk”omschreven werd……nou ik ben nog nooit zo van harte welkom geheten als in de Kruidenwijk! Sinds ik daar woon met naast mij Turkse buren die mijn stoepje  ieder seizoen schoonvegen~omdat je goed voor je buren moet zorgen zo zei de buurman~is mijn leven weer gaan stromen.

Ik heb de eerste 50 jaren “overleefd” nu is het “echte” leven begonnen.

Ik heb voor bijna een héél maandsalaris nieuwe-  passende- vrouwelijke kleding gekocht. Ik ben naar Ego`s kapper geweest en ik kan u verzekeren, van dit alles heeft mijn “ego” een aardige oppepper gekregen! Toch ben ik niet naast mijn schoenen gaan lopen, welnee! Veelal op mijn stevige wandelschoenen verken ik steeds meer van de stad. Ik heb zelfs in samenwerking met Toon ~ de spil van het La Trappe proeflokaal~ mijn “eigen”voettocht vanuit het centrum- via de moerenburg en het galgeven- naar de Abdij als wandelcoach uitgezet! De stad en natuur nauw met elkaar verbonden, alles op loop en fietsafstand te ondernemen,en op dit moment voel ik mij hier dan ook als `n vis in het water( schoon water, want Tilburg gaat voor schoon en groen) De Stadsmensen zijn verrassend vriendelijk, bijzonder open, en sommigen zélfs beroemd tot ver weg over de grenzen!!

Meer dan Honderd van die bijzondere mensen openen voor Verrassend Tilburg en Meer gastvrij hun deuren om ons allen een kijkje te laten nemen in iets wat wij zo bijzonder vinden en zij zo gewoon!

In de dwaalgebieden rondom het centrum vind je nog oude reclameteksten en gedichten op de muren, zijn er winkeliers die nog ondernemen met passie, zoals Sam Sam, Zijne Koninklijke Hoogheid, Boefjes, de Zevensprong, Kunstlicht, Bond& Blauw en PickAlily…..en meer, nog veel meer. Door de mooie straten dwalend ~ waar je je met plezier in wil láten verdwalen zodat je weer ergens komt wat nog onontdekt was gebleven~ loop je als vanzelf naar Prins Heerlijk waar mensen met een “beperking” nog in gelijkwaardigheid  hun kwaliteiten kunnen tonen tijdens het serveren van een (H) eerlijke lunch! Ook bij Van Vlerken~ de lekkerste nog échte banketbakker die jou in eigen persoon het uitgekozen  gebakje met `n echt bakkie Simon Levelt koffie van de buurman brengt~ is het goed vertoeven, zijn oude kassa klinkt naar nostalgie als hij met je afrekent. Als `n kind sta ik soms te watertanden voor zijn feestelijke “eetbare” etalage, als oud-etaleuze de moeite waard tijdens mijn pauze hier af en toe voor om te lopen!

De VVV wijst je vriendelijk de weg als je toch het spoor bijster bent geworden en nog lang niet naar huis wilt. Want Tilburg heeft tenslotte meer in zijn mars dan winkelen alleen!

Echt verdwalen zal ik niet meer, néé, ik heb mijn weg gevonden. Blindelings( als ik zou willen, maar dan mis ik al dat moois onderweg) loop ik naar de Willem2straat, deze straat mij inmiddels o zo dierbaar, voelt als “Thuiskomen”.Voel me thuis bij de Imme~ het méést Biologische vegetarische restaurant van Nederland! Voel me thuis bij de Pleiade, de spirituele winkel waar écht ontmoeten vanzelfsprekend is, en bij Rian beginnen wij, Ester van Room66, Michel& Bettie van T be dressed, en ik van Het zingende Nijlpaard onze dag met een bakkie Kaldi koffie en een goed gesprek. En ook al ga ik als vegetariër in hart en nieren niet vaak bij “onze”Slager Lejeune naar binnen, er gaat geen ochtend en avond voorbij dat we elkaar niet toe- of uitzwaaien én toeroepen, “dag buurvrouw”, “dag buurman”!

Ja, ik ben content met mijn leven. Hier in Brabant~ dicht bij mijn roots die in België liggen,~  heb ik weer mijn “eigen” naam  gekregen, Diane Cotteleer! Ooit dacht ik dat ik nogmaals de grens over zou moeten gaan om mijn droom te verwezenlijken, Frankrijk, Spanje, Duitsland misschien? Nu weet ik dat het dichter bij is dan ik dacht, mijn B&B Dico wellicht hier te verwezenlijken! Nee geen grijze haren op mijn hoofd die nu nog aan emigreren denken zal!

Want….. héél toevallig is mijn dochter~ die boven de rivieren was gebleven~ verliefd geworden op een Brabander en is hier nu in Tilburg neergestreken om `n nestje te bouwen! Wellicht dat één van mijn grootste wensen uit mag komen om met de tijd `n lieve( eindelijk verstandige) Oma te mogen zijn! En u hoeft vast niet lang te gissen welk speelgoed ik dan uitkiezen zal!

En haar voorspelling tot mij lijkt plotseling toch ook nog niet zo onwaarschijnlijk, `er komt heus nog wel iemand op jou pad mam, die wel zo met jou kan leven zo jij voor ogen hebt`…Welnu,wanneer je niet “verwacht” komt hét naar je toe, ik heb mijn hart geopend, en mijn grote Liefde hier in Tilburg gevonden! “hij zag ons samen liggen in het gras” na het lezen van mijn ideale levensontwerp! Ook al heeft hij nog even tijd nodig…ik heb de tijd, alle tijd, hoef nergens heen! `Als het echt zo groot is mam zei mijn zoon, dan moet je hem niet zo maar laten gaan` dus zeg ik  Ja tegen hem en Ja tegen het Leven.! Ik leef mijn droom, en dat is geweldig, ik kan het iedereen aanraden, met alle zegen.

Mochten er nu nog twijfels bij u leven, om ook uw “gedroomde” leven echt te leven, en denken, `ik zou wel willen maar``….. pak dan verf en penseel, speel, geef  kleur aan je eigen leven.  En Leef je Droom!

Hier in de stad waar nog zo gigantisch veel te ontdekken valt is alles aanwezig om "het" te maken, Deze stad die je het Thuisgevoel geeft, ja, hier is het te doen. En Tilburg is verrassend groter dan het centrumleven en het dwaalgebied op zich, Kom, verken, ontdek en laat uw licht schijnen op de stad, veel plezier alhier!

Diana Cotteleer

0 Comments

De droom van de tuinman

3/9/2011

0 Comments

 
Foto
Ik wordt wakker in een onbekend bed. Terwijl ik het zachte witte dekbed iets van me af schuif, kijk ik rond. De kamer is ruim en licht. De wand tegenover de deur is helemaal lichtdoorlatend. Door die wand komt getemperd ochtendlicht. De materialen van het bed en de wanden stralen een natuurlijke kwaliteit uit.

Dan kijk ik naar mijzelf, zittend op het bed. Ik draag een wit T-shirt als nachthemd. Vreemd, dat draag ik nooit. Ik ben me bewust dat ik droom. Dat ik net wakker ben geworden in een droom. In een voor mij vreemd bed in een vreemde, prettige kamer.

Dan veranderd de lichtdoorlatende wand in een transparant raam, dat uitzicht biedt op een groen stadspark. Grenzend aan deze kamer. Een man nadert. Hij voelt aan als een prins. Iemand die hier thuis hoort. De transparante wand lost op, gehoorzamend aan een gebaar van de man. Deze techniek ken ik niet. Misschien bevind ik me in de toekomst? Ook de stijl en de kwaliteit van de kamer doen me dat vermoeden.

Ondertussen zit ik nog steeds op het bed, ongemakkelijk omdat ik denk dat ik een soort indringer ben, dat ik in iemands kamer wakker ben geworden. De prins stelt me gerust: “je hoort hier te zijn” en komt dichterbij. Hij heeft donker haar, is tamelijk lang en beweegt soepel. Gewend aan het buiten zijn. Hij heeft ook wel wat weg van een tuinman, een natuurmens.

“Kom maar mee”, hij wenkt me mee te gaan en ik loop op blote voeten het park in, terwijl ik naar hem en om me heen kijk. Het is prachtig buiten. Stedelijk en groen tegelijk. Tussen de bouwwerken waar ik niet goed op let, maar die eenzelfde sfeer uitstralen als de kamer waar ik wakker werd. Ik let meer op het groene gras onder mijn blote voeten. Op de zachte glooing van de grond, terwijl we iets naar beneden lopen. Het park is ruim van opzet. We lopen tussen bomen. Ik herken een hazelaar en beuk en meer bomen die hier ook vanzelf kunnen groeien. Dan kijk ik naar de prins/tuinman. Dit park is duidelijk zijn werk. Niet door te planten, maar door te laten groeien wat er is heeft hij dit paradijselijk gebied gecreëerd. Ik begrijp zijn eenzaamheid om dit voor elkaar te krijgen. Niet echt eenzaamheid, maar het vermogen alleen te kunnen gaan. Hij kijkt naar mij en geeft mij met een blik terug, dat ik ook dat vermogen heb. Het vermogen alleen te kunnen gaan.

We lopen verder. De bomen staan hier iets dichter op elkaar. Er zijn ook dieren. Een hangbuikzwijntje heeft het prima naar haar zin. In de verte is een afdak. Daaronder staat een groep mensen dicht op elkaar. We lopen er heen en ik meng me tussen de mensen. Hun aandacht is geheel gericht op de onderlinge discussie die zo te horen al eindeloos lang aan de gang is. Deze groep wetenschappers redetwist over de keuze welke planten ze zullen gaan kiezen. Ze zijn zich hun omgeving niet bewust. Enigszins spijtig ga weer onder het afdak vandaan. Spijtig, omdat ik de roep van de wetenschap ook in mij weet. Ik wend mij af. Buiten wacht de prins/tuinman mij op. Hij vergezelt mij terug door het park en ik voel de volle reikwijdte van deze kwaliteit van stedelijkheid. Ik voel het in al mijn vezels, als een belofte die werkelijk geworden is en waar ik even een glimp van mag opvangen. Dankbaar ga ik alleen verder.

Lucy Bathgate

Tilburg 8 maart 2011


0 Comments

Opdracht

2/20/2011

0 Comments

 
Foto
Als eens deze tijd mij een cirkel zal trekken
En leven limietloos zal zijn
Ach wil mij dan enkel nog nektar verstrekken
En eeuwig een brok ambrozijn

En mogen dan allen zich voor mij vertonen
Die stierven van liefdesverdriet
Ik wil hen zo graag met mijn nektar belonen
Zo sterven, dat lukte mij niet.

© 1968 JACE van de Ven

0 Comments

Noordstraat

2/20/2011

0 Comments

 
Foto
Noordstraat
(loop van oost naar west)

Bezijden deze Noordstraat ligt het noorden
Die weg hier brengt je niet die richting op
Een meteoor die ooit het lood verstoorde?
Een planoloog met zaagsel in zijn kop?

Ik woon er, is het gek dat van mijn woorden
Er zelden eentje raak is, wat ik tob?
En Gij die nooit mijn stamelen verhoorde
Ik sloeg zeker naar Jouw Zij mijn ogen op?

Een tijger achter tralies, oost naar west,
Hoe vaak ben ik hier op en af gelopen?
De duivel hale me! Wat ik mijn best
Gedaan heb! Jou gezocht, vervloekt, gezopen!
Maar vind ik ooit die uitweg op het lest?
Wat reden heb ik om daarop te hopen?

(c) 1996 jace van de ven

0 Comments

De cityring

2/20/2011

0 Comments

 
Foto
In, spring, de cityring
Gò toch òn de kaant man
Tingelingeling

Wè kunde hier toch lekker rondjes rije
Op asfaltweege die de stad dörsnije

Fast food den autostoet
Ze zitte-n-in de waoge
En ze doen toettoet

En om honderd meter wijer te geraoke
Zumme nog mar es wè kilometers maoke

Dus Mat start oewe quad
Mar zörg dègge nie slipt
Op de spiers van de qat

Hoe lang heb ik wir in de file gestaon
Hè daor, stao ik naa veur of aachteraon?

In, spring de cityring
Gò toch òn de kaant man
Tingelingeling

© 2008 jace van de ven

0 Comments

Tuinstraatparade

2/19/2011

0 Comments

 
Foto
Een poëtisch-historische exercitie, door stadsdichter Cees van Raak, voor stadswandeling 'de gedroomde stad' op 19 februari 2011.

Zo paradeert de straat
van oost naar west,
langs wijkkrant en nachtkroeg
en zingt, lispelt, jankt.
Langs Den edelen hertog
vol vroege vogels, langs
coiffure en coffeeshop, langs
brallenpand en beestenboel,
brood & banket en bont & blauw.
 
Zo flaneert de straat,
van dronken auto via fluitende
fietser naar duif in de goot.
Portiek lonkt in het donker,
zelfportret gordijn gluurt mee,
zolderkamersax soms sex,
een gevelreclame verrezen  
rept fier van ‘oostersche tapijten’.
En ach, het Roomsche Leven,
letters uit een reeds ver verleden
Daar heeft Antony Kok toch gewoond,
en waar Walter Breedveld dan,
dat was de winkel, familie van.

Zo frappeert de straat,
hier ANNO, daar de eerste steen,
gesloten het boek Fahrenheit 451,
Tymen Trolsky toen 3x bellen.
en Ed hield de Valk hoog.
Zijn jaren tekenen en tellen,
stenen vol schoenen, deuren
die klinken, ramen
grote ogen, kinderen
naar school.

 Cees van Raak

0 Comments

De dag van de bomen

2/19/2011

0 Comments

 
Foto
Voorgedragen op de vijfsprong (iedere Tilburger weet waar dat is) door stadsdichter Cees van Raak, tijdens stadswandeling 'de gedroomde stad' op 19 februari 2011.

De postbode maakt rechtsomkeer,
want de wolken grommen.
Schilders noemen elkaar koffie,
zij druipen af.
Dan breekt het luchtig vlies,
nu kiest iedere vogel eieren.
Hemel met verlof,
de straten stromen en de bomen
blijven, zoals gewoonlijk,
buiten, en hun wortels,
die rukken ouderwets op.
En deze waardeloze dag,
deze dag die iedereen grondig haat,
spreidt zich voor het kletterend nat,
laat likken het loof, geniet
van het lustig sappig ruisen.
Alle zegen,
alle ruimte, deze dag wil
bebossen!

Cees van Raak
Stadsdichter Tilburg

0 Comments

De gedroomde stad

2/18/2011

0 Comments

 
Foto
Tilburg laat zich maar moeilijk  ontdekken
in  wijken en linten en dwaalgebied
Verborgen als ze is, moet men de stad opnieuw verwekken
 in haar potenties die niet eenieder ziet

Ruimte zoeken, verbindingen maken,
fysiek, sociaal, bedrijvigheid
trots  en tradities van de stad bewaken
werkzaam volkje dat volks gedijt

Gisteren nog als grijs en vlak betiteld
Morgen als een phoenix uit haar as herrezen
Het leven jeukt, de vitaliteit kietelt
De stad in het maanlicht, zoals ze wil wezen

Waarom toch die dromen van groter en wijds en kolosaal ?
Meer glas, staal en stenen die her en der komen staan?
Neen, van binnen uit ontwikkelt zich het Tilburgs verhaal
Het lelijke eendje was al lang een zwaan

Frits van Vugt/18.2.2011

0 Comments

Dwalen door de stad

2/18/2011

0 Comments

 
Foto
Dwalend door de stad zie ik ‘m lopen:
grijze baard, hier en daar wat tanden, doffe blik,
ooit een knappe jongen, wordt wel gezegd.
 “N’euro, meneer”, hoor ik  ‘m vragen.
Zijn ogen kijken langs me weg – hij schiet de volgende aan.
Ik loop vederlicht langs rood bakstenen herenhuizen.
Ooit zat hier een spaarbank, toen een kresj,
nu kun je er eten, tussen de yups en ander gearriveerd volk.
Ik ga verder, via talloze kleine winkels tot aan een concertgebouw.
Voor mij verdringen auto’s zich op een splinternieuwe tweebaansweg,
daar was blijkbaar wel geld genoeg voor!
En daarachter de stilte, gelijk een klooster van 50 jaar geleden.
Het park opent aan mijn voeten – geen kind te zien.
Groenperken rollen zich af, gescheiden door stenen verhoginkjes,
net een taart die keurig is gesneden voor de verjaardagsgasten.
Ik loop hoger en hoger de grasvelden op, onder statige bomen.
Afwisselend groene en bruine bladerbossen staan in slagorde,
alsof ze het zo hebben afgesproken.
Het zijn reuzen die op me neerkijken.
Een kille bries zet op, en doet me rechtsomkeer maken,
uit de schaduw, de zonnegloed in.
De weg terug zoekend naar vanwaar ik kwam.
Gedesoriënteerd probeer ik het me te herinneren.
Ik zie anderen dwalen, blijkbaar ook de weg kwijt,
hulp kan ik er niet van verwachten.
Ik loop gelaten langs een immens groot hek, dat pas geschilderd lijkt.
Zijn lange spijlen lokken mijn handen die het bewerken als een carillon.
Het carillon zingt me eenzaam toe.
Ik geniet van deze privé uitvoering.
Ik geniet, en zie al die andere eenzame zielen schuifelend voorbij komen.
Zij lijken hun einddoel ook bereikt te hebben.
Het podium openbaart zich, verscholen achter een rommelige deur.
We komen thuis…..

Frits van Vugt 18/2/2011

0 Comments

Poort

2/14/2011

0 Comments

 
Foto
Al wat muren heeft
verlangt naar een poort een deur
een doorgang

zelfs het weiland
enkel afgeperkt met doorntjesdraad
behoeft zijn sjtegelke*

hoe het ritmisch piept en zucht
wanneer het vleugellamme wiel
zich moeizaam draaien laat

ik zie je voor me uit
daar ga je het open grasveld op
je zweeft bijna en neuriet

hier in dit nauwelijks
door een stippellijn omgrensde
zijn wij in ons domein

wij die voor het beton van wand
en plafond te ijl, voor het onbeschut bestaan
te naakt en weerloos zijn.

* sjtegelke: Limburgs voor een ijzeren draaipoortje aan de rand van een weiland.

Herman Coenen
14.02.2011

0 Comments

Leraar

2/5/2011

0 Comments

 
Foto
Op 19 feb 2011 - tijdens de stadswandeling - heeft Herman Coenen twee gedichten voorgedragen. Dit gedicht is geschreven om voor te dragen in boekhandel Livius in de Nieuwlandstraat in Tilburg.


Leraar

Je witte kop je trillende handen
dat je zeventig was en als invaller
ons nederlands kwam geven

zoveel weet ik nog

hoe je na de plicht van spelling
en syntaxis aan het vertellen sloeg
van de dichters en hun mooiste zangen

nog klinkt het in mij na

Egidius waar bestu bleven Roelands dood
in Roncevaux en 't krinkelend winklend waterding
met het zwarte kabotseken aan

veel tijd was er niet

als een engel daalde je neer
tussen de rechte rijen en stak ons aan
met je vuur en verdween.

Herman Coenen
05.02.2011

0 Comments

Scheppen

12/29/2010

0 Comments

 
Foto
Mensen lopen over de stoep en gaan ingepakt in jassen ergens heen waar het warm is. Ze gaan een binnenhof in. Even blijf ik staan. Na het eerste hof zie ik een doorgang naar een volgende. Later hoor ik dat er wel zeven hoven achter elkaar kunnen zijn. De eerste hof is ruim en netjes. Alles op orde en de muren wit gestukadoord. Haast ongemerkt mankeert er steeds meer als je dieper gaat. Ik ben in Berlijn. West Berlijn.

Haastig nu, want het wordt al bijna donker, lopen mannen met houten kisten op hun rug de hoven in, volgestapeld met briketten bruinkool. Er is geen gas zoals bij ons en het enige alternatief is dure elektriciteit. Je ruikt de bruinkool van de keukenkachels en het eten dat wordt klaargemaakt. Nu ben ik er bijna.

Binnen staat Albrecht mij wat onwennig op te wachten. De laatste keer dat we elkaar zagen was het prachtig zomerweer en stonden we bezweet en breed lachend ons werk te bewonderen. Een paar maanden hadden we samen doorgebracht. Dag en nacht bleven we op één plek, net buiten Aken. Waar we het huis van Andreas en Maria verbouwden. Zomeravonden onder het dak waar we overdag aan werkten en ’s nachts onder sliepen. De onderste rijen pannen hadden we die dag weggehaald. Vanaf de zoldervloer zag je rondom de nachtelijke sterrenhemel in volle weidsheid.

Nu kom ik je opzoeken. Hier in Berlijn. Waar je architectuur studeert ‘an der Uni’. Maar na twee dagen is het duidelijk, we passen niet bij elkaar. Je ergert je zelfs aan mij. Hoe ik brood snij bijvoorbeeld. Ik laat me er niet door van de wijs brengen. Ferm maak ik je duidelijk dat ik echt nog de hele week blijf. En ook jij berust je in je lot.

De volgende dag ga ik met je mee naar de universiteit. Ik wil alles zien in deze stad. We gaan met de ‘U-Bahn’. Gedwee en overvol laten de mensen zich heen en weer schudden, terwijl onder hen de stad voorbijschuift. Als we weer buiten zijn zegt Albrecht: ‘Je moet de mensen niet zo aankijken, dat zijn we hier niet gewend’. En ik vertel wat ik zie in hun ogen en wat ik ook zelf merk in deze stad. Er is haast geen mogelijkheid om nog tot jezelf te komen, er is een voortdurend bewegen, langs elkaar heen schuiven. Het gaat maar door. De hele dag. Het duurt bij mij ongeveer drie uur voor ik weer tot rust ben gekomen ’s avonds. ‘Er zijn veel mensen hier die nooit meer tot zichzelf komen. Veel mensen hebben de moed opgegeven.’

De rest van de dag volg ik de lessen architectuur. Het gaat eigenlijk alleen over geld, valt me op. De studenten spreken voor de volgende dag een actie af. Er is meer natuur nodig aan deze universiteit, vinden zij. Wilde planten op het braakliggende hart van Berlijn zijn het doelwit van deze actie. ‘Hoe willen jullie die uitgraven?’ vraag ik. ‘Wie heeft een schop?’ Niemand. De actie lijkt te stranden. Ik beloof er een mee te nemen.

Het valt niet mee, maar het is me toch gelukt om een schop te lenen van vrienden van vrienden van Albrecht. Hij zorgt er wel voor dat we ditmaal niet samen reizen in de ‘U-Bahn’. De studenten die bakken zouden meenemen hebben dat waarschijnlijk vanuit eenzelfde schaamte niet gedaan. Uiteindelijk zijn er twee of drie miezerige sinaasappelkratjes vol aarde, mos en dorre planten in de hal van de universiteit terecht gekomen. Ik kan hier verder niets leren en vertrek.

Voor de terugreis besluit ik eerst een stuk te lopen. Mijn weg vindend door min of meer in de buurt van de ‘U-Bahn’ te blijven. Het is koud en ik heb ook honger. Ik kom langs een Indiaas restaurant. Mijn lievelingseten. Maar door het raam zie ik iets dat meer op een povere snackbar lijkt. Mijn honger drijft me toch naar binnen. De schop zet ik voorzichtig in de hoek tegen de spiegelwand. Alle ogen kijken naar mij. Hier gelden zeker andere regels dan in de ‘U-Bahn’? Mijn bestelling laat lang op zich wachten en valt ook erg tegen qua smaak en hoeveelheid. Buiten wordt het vandaag vroeger donker dan anders. Er zit sneeuw in de lucht.

‘Wat doe je eigenlijk met die schop?’ vraagt een man. Donkere ogen, getergd gezicht, mager lijf van rook en drank. ‘De sneeuw weer terugscheppen naar de hemel’. Op dat moment vallen traag de eerste zware sneeuwvlokken naar beneden. ‘En als die dan weer opnieuw valt?’ vraagt de man. ‘Dan schep ik alles op een hoop. Maar dat is wel zwaar werk. Help je mee?’ En de man helpt me mee. Steeds verder voor ons uit scheppen we de sneeuw. Tot alle sneeuw van de hele stad op een grote hoop voor ons ligt. ‘Ziezo’ zeg ik. En we slaan tevreden onze handen. ‘Hehe’ zegt de man, ‘daar wordt je moe van’. In zijn versleten gezicht verschijnt een brede grijns. Nog lang zwaait hij me na, terwijl ik met de schep verder trek.

Lucy Bathgate, 28 december 2010


0 Comments

Vreemdeling

12/1/2010

0 Comments

 
Foto
Langzaam loop ik van de auto naar de grenspost. In het begin nog aarzelend, dan steeds fermer loop ik langs het zandpad onder de bomen. Het is augustus en de bomen staan vol in blad. Het is aangenaam in de schaduw. Links en rechts een vriendelijk zonovergoten boerenlandschap. Rechtdoor de rood en wit geschilderde grensboom van Wit Rusland. Mijn man en dochter blijven bij de auto.

Achter deze grensboom weet ik een deel van mijn herkomst. Mijn grootmoeder kwam uit Litouwen. Zij vertrok als kind in 1906 uit haar land. Samen met haar vader, moeder, twee zussen en een broer. Het gezin maakte deel uit van een gezelschap van twee joodse families, die per boot naar Schotland reisden.

Het is nu 1989 en ongeveer twee maanden geleden is het IJzeren Gordijn opgeheven. Met mijn man en kind reis ik langs de kust in noord-oostelijke richting. We volgen zonder kaart kleinere wegen, eerst langs de Noordzeekust. Bij Kiel steken we over naar de Oostzee. Duitsland met zijn levendige Hanzesteden en later Polen. Gdansk is zo te zien door dezelfde rondreizende timmerlieden gebouwd Amsterdam.

Terwijl ik naar de grensboom toeloop, komt van de andere kant een grenswachter rustig spiegelbeeldig naar de rood witte boom gelopen. Het duurt even voor we er zijn. We staan daar ieder aan een zijde van de boom. Het idyllische landschap loopt gewoon door, het zandpad met de bomen, de lucht die ons omringt. Er is amper een scheiding. Ik begin – gewoon in het Nederlands – tegen de grenswachter te praten. In een paar zinnen leg ik uit waarom ik daar ben en wat er achter hem is. Litouwen. Hij antwoordt mij – in het Russisch – en ook hij vertelt mij in een paar zinnen hoe het er voor staat. We begrijpen elkaar op een ander dan taalkundig niveau en groeten, waarna ik me omdraai en terugloop.

Terwijl ik weer naar man en kind bij de auto ga, voel ik voor het eerst van mijn leven een verbinding tussen waar ik vandaan kom en waar ik ben. Waar ik vandaan kom heeft me tot nu toe steeds tot vreemdeling gemaakt tussen de mensen die mij omringen.

Zo was het in het Kempische dorp ‘Knegsel’ waar ik woonde tussen mijn tweede en achtste jaar. Ik zat op de kleuterschool. Samen met mijn zusje. De kinderen van de lagere school kwamen elke dag, weken aan een stuk, in een optocht joelend achter ons aan. Ze riepen, jouwden eindeloos een verbastering van onze achternaam: ‘batscheet, batscheet’. En bekogelden mij en mijn zusje met stenen. Mijn moeder ging er een keer er als een razende op af. Met rijlaarzen aan en een rijzweep in haar hand rende ze als een boeman op de troep kinderen af. Maar dat hielp niets. De volgende dag was de optocht er weer.  Dat duurde tot op een goede dag mijn zusje er iets op gevonden had. De stoet naderde ons huis en nog voor dat het gejoel begon, hoorden wij boven ons hoofd een dapper klein stemmetje uit ons slaapkamerraam naar de groep kinderen roepen: ‘batscheet, batscheet’. De verbazing van de troep kinderen was zo groot, dat ze niets meer wisten te roepen.

Weer bij de auto knuffel ik mijn dochter en vertel mijn man dat ik de Nederlandse nationaliteit aan ga vragen zodra we weer thuis zijn. Voor het eerst in mijn leven voel ik me geen vreemdeling meer.

Lucy Bathgate, Tilburg, november 2010


0 Comments

Frans, de boskabouter

1/17/2010

0 Comments

 
  Op de terugweg uit het roversbos ontmoetten we Frans. Stevige man, klompen aan en met kruiwagen op weg naar zijn landje. “En . . was het mooi in het bos?” roept hij ons toe. We lopen naar hem toe en zeggen hoe stil het er is. En vertellen over de ree; de heide. Vanaf dat moment ontspint zich een mooi gesprek, meer een ont-moeting. Frans blijkt gepensioneerd. “Altijd in de kaasfabriek gewerkt” en “Dit landje was van mijn moeder. Ze vroeg vlak voor haar dood of ik het niet wilde kopen . . . Olijke oogjes, rond gezicht. Overal aanplant: hortensia’s; fruitbomen; wilgen; kruiden.

Over gezichten gesproken . . . hij “leest” ons gezicht. Aan de hand van kenmerken weet hij te vertellen wie wij zijn. De wenkbrauwen van Marcel (kan goed scherp waarnemen); het ovale hoofd van Monique (sterk, maar gevoelig iemand); de oren van Marcel (klassieke muziek); de tanden van Monique (als je onder druk komt, bijt je van je af).

Sinds zijn pensionering is hij vrijwilliger bij Contour voor stervensbegeleiding. “Een mooi iets”, zegt hij. Hij kijkt met aandacht naar iedereen. Hun gezichten; hun verhalen en hoe ze lopen. Al pratende komen er mooie en bijzondere dingen, over zijn land . . . de fabriek . . . Vol stilte en passie verteld en verteld hij.

Als er een vlier staat is er een waterstroom in de grond. Als de bast van een eik gekruld is, is er een leylijn. Waar een paard poept is de grond negatief geladen. De reeën die van het jonge gras eten in het voorjaar, gaan daarna in zijn tuin naar de apotheek om van de wilg te eten. Daar haalden ze vroeger al de aspirine vandaan . . De uil in het bos zit altijd boven een waterstroom - in of onder de grond – want daar zitten ook de muizen.

Zijn lievelingskleur is paars. En in zijn schattige huisje: piepklein, drie stoelen en een klein tafeltje. Links allemaal ansichtkaarten die hij gekregen heeft en rechts velletjes papier met zijn levenswijsheden . . . ontroerend om te lezen: over de tijd; over angst; liefde en macht; vrouwen en mannen.

We geven elkaar de hand. En verheugen ons op een weerzien, ergens in de lente de komende weken. “Nee, neem maar niet wat lekkers mee . . . ben al dik genoeg.”

Zijn landje is aan de Oranjebond in Eschbeek. Als we naar de auto lopen, staat in een afgezaagde boomstronk een engeltje met de hoorn des overvloeds . . .

Marcel Nijenhuis

17 januari 2010

0 Comments
<<Previous

    Archives

    February 2014
    October 2013
    April 2013
    June 2012
    April 2012
    November 2011
    May 2011
    April 2011
    March 2011
    February 2011
    December 2010
    January 2010
    November 2009
    January 2007

    Categories

    All
    Cees Van Raak
    De Gedroomde Stad
    Diana Cotteleer
    Dwaalgebied
    Europa
    Fontein
    Frits Van Vugt
    Groene Stad
    Hergebruik Gebouwen
    Herman Coenen
    Identiteit
    Integrale Stad
    Jace Van De Ven
    Leegstand
    Lucy Bathgate
    Marcel Nijenhuis
    Marcen Nijenhuis
    Mensen
    Migratie En Integratie
    Muziek
    Natuur
    Poëzie
    Rinke Brinksma
    Spoorzone
    Tilburg
    Toekomst
    Vers Eten

    RSS Feed

Create a free web site with Weebly